home | Pianofabrikanten in Nederland
RIJKEN & DE LANGE
te Rotterdam & Den Haag (°1852)
1927 RIJKEN EN DE LANGE. 1852 — October — 1927.
"In deze maand zal het drie kwart eeuw geleden zijn, dat
de bekende Rotterdamsche pianofirma Gebr. Rijken en De Lange werd
opgericht. In een artikel in den door de jubileerende firma en den
muziekhandel Lichtenauer uitgegeven Rotterdamsche Concertkalender
wordt van de wederwaardigheden van Rijken en De Lange, die door en
door Rotterdamsche onderneming, in die 75 jaar verhaald. Bedoeld artikel, dat ook als afzonderlijk
boekje is uitgegeven en om. geïllustreerd is met een aardig ge zicht
uit Rotterdam : de Binnenrotte, voor de demping, maakt er gewag van,
hoe de grondslagen van de firma reeds in 1848 werden gelegd door den
piano-stemmer en -reparateur Georg Rijken, tot dien tijd werkzaam
bij den pianohandel van
Schmitz, aan de Weste Wagenstraat.
De jongeman begon het eigen zaken doen zonder
ander kapitaal dan vakkennis, een zeer mooie tenorstem en een groote
muzikaliteit, welke laatste eigenschappen hem veel relaties
bezorgden. Het aantal klanten nam spoedig zoodanig toe,
dat hij zijn broer Jan in de zaak nam. De samenwerking der beide
broeders bracht de zaak tot bloei en zij besloten ook zelf piano's
te gaan maken. Het benoodigde geld werd geleend van een wel
willenden cliënt en de „fabriek" werd gevestigd in een pand aan den
Houttuin, waar zij over juist genoeg ruimte beschikten om één
werkbank te plaatsen, en zich, niet zoo heel vrij te bewegen rondom
de eerste piano in aanbouw. Het instrument werd bekroond met een bronzen
medaille en, wat nog heuglijker was, verkocht Dat gaf den broeders
moed en zij besloten in 1852 te blijven werken onder den naam
Gebroeders Rijken. De onderneming nam voortdurend toe in bloei en
na eenige jaren associeerde Samuel de Lange, organist van de Groote
Kerk en leeraar aan de Rotterdamsche Toonkunst-Muziekschool, zich
met Georg en Jan Rijken. Van toen af bestond de firma Gebr. Rijken en
De Lange, die zich in den pianohandel en in het concertbedrijf naam
heeft verworven. De nieuwe firma werd gevestigd in het huis van
den heer De Lange aan de Eerste Lombard straat- dat doorliep tot aan
de toen nog niet gedempte Binnenrotte, waarin, tegenover het huis
der firma, een vaartuig lag met den luguberen, maar welsprekenden
naam „De Doodenschuit", en zijn collega, die voor het vervoer van
faecaliën was bestemd en in de wande ling ook wel de
„Is-er-iets-schuit" heette. Onnoodig te zeggen, dat het daar vooral in den
zomer, wel maneschijn, maar nooit rozengeur gaf. In 1886 overleed Georg Rijken, die werd
opgevolgd door zijn zoon Frits (J. F. A. Rijken). In 1870 was de Binnenrotte gedempt en in 1877
reden de treinen over de spoor brug. De firma, die steeds een
hoogere vlucht nam, kon aan verbetering denken. In 1888 verrees aan de Gedempte Binnen rotte
een nieuw pand en dat bracht nieu wen bloei, mede tengevolge van
Frits Rij ken's uitstekende hoedanigheden als piano begeleider. In
1883 was De Lange overleden en Jan Rijken stierf in 1896. In de plaats van laatstgenoemde trad zijn zoon
Anton, thans de oudste firïnant, aan wiens herinneringen in het
boekje aardige bijzonderheden zijn ontleend. De stemmersloopbaan van Anton Rijken viel in
den tijd, toen Rotterdam nog zijn Hoogduitsche Opera had, en zij is
vol herinneringen aan dien voor oudere Rot terdammers
onvergetelijken tijd! Onder de zingende, blazende en strijkende kun
stenaars.aan die Opera verbanden, wa ren veel klanten der firma,
wier piano's de jonge man moest stemmen en zoodoen de kwam hij met
velen hunner ook wel in persoonlijke aanraking. O.a. met één der „sterren", den — zoo als het
boekje hem noemt — gróóóten (voornamelijk in eigen oogen) helden
tenor Leomard Labatt, die een glazen oog had en in het Bad Hotel aan
de Boompjes verblijf hield. Labatt had van de firma Rijken en De
Lange een piano in huur, maar betaalde slecht Anton bood de
kwitanties wel laan, maar vaak werden ze niet betaald. Op een morgen, toen hij dacht, dat de
helden-tenor ter repetitie was, en zat te stemmen, stapte plotseling
een gedaante in chambercloack, in het volle besef van zijn hooge
waardigheid, majestueus de kamer binnen. Voor de stemmer tijd had, de kwitantie, die
hij bij zich had, aan te bieden, begon de zanger : — Sagen Sic mal, ist das ein Piano? De jonge
man keek onthutst. — Ja, mijnheer, wat zou het anders zijn?
— Horen Sic mal, sagen Sie das zu Hause: wenn
ein gewöhnlicher Mensch ein Piano mietet, darm geben Sie ihm, was
Sie wollen, wenn aber der Labatt kommt, geben Sie das Beste, das Sie
ha ben! Toen ontviel den jongen stemmer: - — Nu ja, mijnheer, als der Herr ook liet best
bezahlt.... De groote man liet zijn eene oog fonkelen en
verdween met koninklijken tred. Bij andere artisten klonk vaak door
het pianostemmen heen de klank van een blaas- of strijkinstrument,
soms wel het geluid van meer instrumenten tegelijk. Zoo bij de
muzikanten-familie De Maaré, op den Diergaardesdiigel. Daar hoorde men hoorn-, cello-, vioolspelen
uit verschillende kamers. Afspreken om te stemmen, als er niet
gestudeerd werd, was daar niet mogelijk. Men was daar blijkbaar altijd
bezig. Frits Rijken overleed in 1908. Hij werd
opgevolgd door zijn zoon Georg (W. G. A.) Rijken. In 1911 werd het pand aan de Lomhardstraat
verbouwd. In 1922 werd de oudste zoon van Anton Rijken, Jan, in de
firma opgenomen. Voor allen heeft gegolden: eerst de kennis en
de praktijk, daarna het zaken doen. In 1923 werd wegens gebrek aan
ruimte weer een zaal bijgebouwd, waar de firma haar grootste
schatten demonstreert op het gebied der electrische en pneumatische
instrumenten. Verder lezen we, dat vertegenwoordigingen van
een aantal beroemde pianofabrieken aan Rijken en De Lange in den
loop der jaren werden toevertrouwd. Een aardige kijk op de ontwikkeling van het
bedrijf levert het verhaal van het transporteeren der instrumenten.
Het tegenwoordige oudste lid der firma Anton
Rijken, herinnert zich
nog vaag
hoe vroeger de piano's en zelfs de vleugels werden
getransporteerd ... per berrie, wat volgens het woordenboek wil
zeggen : brancard.
Later werden zij per gewonen platten handwagen overal heen vervoerd:
naar Schiedam, naar Delft, zelfs naar Den Haag.
Onnoodig te zeggen, dat op zulk een lan gen afstand nogal eens
„gerust" moest wor den en ook de dorst gelescht van het ver voerend
personeel, wat, in aanmerking ge nomen de ruime fooien en de
voortdurende nabijheid van het verleidelijke Schiedam, in dien tijd
dubbel verleidelijk was.
Eindelijk kwam de door paarden getrokken transportwagen. Dat was
voor het vervoer een vooruitgang, die, doordat de wagen was
gesloten, den instrumenten ten goede kwam.
Ook waren er nu niet zooveel „haltes" noodig en de dorst werd
minder. Een enkele maal sloeg de dorst weliswaar op de paarden over,
die dan uit eigen be weging stilhielden.
Sedert eenige jaren bezit de firma een geheel gesloten auto. Rusten
is nu in het geheel niet meer noodig en dorst komt niet meer voor.
De verdiensten van de firma voor het concertleven bewijst haar
concertalbum, met de vleiendste getuigenissen
betreffende haar concertvleugels, waaronder van de voornaamste
internationaal beroemde pianovirtuozen, als : Annette Essipoff,
Louis Diémer, Raoul Pugno, Ferruccio Busoni, Harold Bauer, Emil
Sauer, Edouard Risler, Alexander Siloti, Max v. d. Sandt, Joh.
Sikemeier, Anton B. H. Verheij, Paul Schramm, Carl Friedberg, Willem
Andriessen, Dirk Schafer, Alfredo Casella, Ernëst Schelling, Arthur
Rubinstein, Walter Gieseking, Marthe Girod, Juilus Röntgen, Raoul
von Koczalsky, Myra Hess, Frederiö Lamond, José Iturbi, Frieda
Kwast—Ho dapp, Igor Strawinsky, Elly Ney, William Murdoch,
Brailowsky, Maazel, Wladimir Horowitz, Wanda Landowska.
A.s. Zaterdagmiddag houden de firman ten van Rijken en De Lange van
half 3 tot half 5 receptie in haar magazijnen en van Maandag 24
dezer tot Zaterdag 5 November geeft de firma iederen dag een
afternoon-tea, opgeluisterd door plastische dansen en demonstratie
van het nieuwste op het gebied harer werkzaamheid."
Rotterdamsch nieuwsblad, 18/10/1927,
p. ? (delpher.nl)
Kijk terug naar
De Nederlandse Piano R